Aanvullende bekostiging bij overgangsrecht vereenvoudiging bekostiging PO 2025
In 2023 is de bekostiging vereenvoudigd. Om besturen te laten wennen aan de nieuwe budgetten, is er een overgangsregeling voor de jaren 2023 tot en met 2025. Voor besturen met grote leerlingenmutaties blijkt deze overgangsregeling echter een onbedoeld effect te hebben. Besturen met forse negatieve gevolgen hebben daarom in 2024 aanvullende bekostiging ontvangen. Ook in 2025 ontvangen besturen waarbij zich onbedoelde effecten voordoen aanvullende bekostiging.
Alleen besturen waarvoor de overgangsbekostiging in 2025 lager is dan in 2023, komen in aanmerking voor aanvullende bekostiging. Daarbij gelden dezelfde voorwaarden als in 2024, met een extra voorwaarde voor besturen met een positieve overgangsbekostiging. Een bestuur komt in aanmerking voor aanvullende bekostiging als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
- Het negatieve verschil in overgangsbekostiging moet op bestuursniveau meer dan 1 procent van de bekostiging bedragen waarop de overgangsbekostiging is gebaseerd;
- Het negatieve verschil in overgangsbekostiging moet groter zijn dan €25.000;
- In het geval dat een bevoegd gezag een positieve overgangsbekostiging in 2025 heeft, moet de verhouding tussen de overgangsbekostiging 2023 en de overgangsbekostiging 2025 groter zijn dan 5.
De hoogte van de aanvullende bekostiging is gelijk aan het verschil van de overgangsbekostiging in 2023 en in 2025 min 1 procent van de totale bekostiging waarop de overgangsbekostiging voor 2025 is gebaseerd. Besturen waarbij het negatieve verschil minder dan 1 procent bedraagt van de bekostiging waarop de overgangsbekostiging is gebaseerd, ontvangen geen aanvullende bekostiging. Dit omdat we ervan uitgaan dat schoolbesturen een negatief verschil dat kleiner is dan 1 procent kunnen opvangen binnen hun bekostiging.
Extra voorwaarde in 2025
De extra voorwaarde is opgenomen om te voorkomen dat er ook effecten van de overgangsbekostiging worden gecompenseerd die wel waren beoogd, namelijk de jaarlijkse afbouw van de overgangsbekostiging. De aanvullende voorwaarde geldt voor besturen met een negatief herverdeeleffect en dus een positieve overgangsbekostiging. De overgangsbekostiging van deze groep wordt afgebouwd conform de regeling van de overgangsbekostiging. Hierdoor wordt het verschil tussen de overgangsbekostiging van 2025 en van 2023 negatief. Dit is echter een bedoeld effect. Door de aanvullende voorwaarde worden alleen ongewenste en onbedoelde effecten gecompenseerd.
Besturen die aan alle voorwaarden voldoen, ontvangen de aanvullende bekostiging vanaf januari 2025 in 12 maandelijkse termijnen. De beschikking hiervoor ontvangen ze in december 2024. Een maand eerder, in november, ontvangen besturen de beschikking voor de overgangsbekostiging. De regeling voor de aanvullende bekostiging wordt naar verwachting in november 2024 gepubliceerd.