Akkoord over uitwerking Nationaal Programma Onderwijs
Het Nationaal Programma Onderwijs (NP Onderwijs) waarmee 8,5 miljard euro voor het onderwijs is vrijgemaakt, heeft verdere uitwerking gekregen. Het NP Onderwijs stelt scholen in staat om de effecten van de coronacrisis zo snel mogelijk op te vangen. Met het bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt over de besteding van de middelen waarmee het middelbaar beroepsonderwijs ondersteund wordt. Ook komt er een maatschappelijke begeleidingscommissie die onder leiding van Kim Putters kijkt naar de effecten van het Nationaal Programma voor jongeren. De ministerraad stemde op 21 mei in met de uitgewerkte plannen. Voor het mbo en hoger onderwijs komt in totaal 2,7 miljard euro beschikbaar. Een deel hiervan is voor de halvering van het les-, cursus- en collegegeld, de verlenging van het studentenreisproduct en de compensatie van het toenemend aantal studenten.
In het bestuursakkoord maakt minister Van Engelshoven afspraken over hoe instellingen het geld gaan inzetten om het welzijn van studenten te bevorderen en studievertraging te voorkomen en terug te dringen. Ook werden afspraken gemaakt over de besteding van en de monitoring en verantwoording over deze middelen door de onderwijsinstellingen.
Investeren in diverse thema’s
Met de Vereniging van Universiteiten (VSNU), de Vereniging Hogescholen, de MBO Raad, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) en de Nederlandse Levensbeschouwelijke Universiteiten (NLU) werd afgesproken dat de middelen geïnvesteerd kunnen worden in volgende thema’s:
- soepele in- en doorstroom
- welzijn van studenten
- ondersteuning en begeleiding van studenten op het gebied van stages en coschappen in medische opleidingen
- studievertraging en uitval in lerarenopleidingen
- de aanpak van jeugdwerkloosheid.
Universiteiten, hogescholen en mbo-scholen krijgen de ruimte om hierin maatwerk toe te passen en regionale behoeften mee te nemen in hun afweging over te ondernemen acties om de studievertraging bij studenten in te halen en te voorkomen. Hierbij zullen studenten en onderwijspersoneel nauw betrokken worden.