Let op: verantwoording reserves verandert
De Inspectie van het Onderwijs heeft een formule ontwikkeld om te berekenen wat een bestuur gemiddeld genomen aan eigen vermogen nodig heeft. De waarde uit deze formule is de ‘signaleringswaarde voor mogelijk bovenmatige eigen vermogen’. Zodra het eigen vermogen van een bestuur boven de signaleringswaarde uitkomt, betekent dit dat dit bestuur mogelijk teveel eigen vermogen ongebruikt laat. Om te bepalen of dit geld (alsnog) goed kan worden ingezet voor het onderwijs, moeten schoolbesturen zich vanaf verslagjaar 2020 beter verantwoorden over hun reserves.
De ministers Van Engelshoven en Slob hebben de Tweede Kamer vlak voor de zomer geïnformeerd over de ‘signaleringswaarde voor mogelijk bovenmatig eigen vermogen’. In de Kamerbrief staat meer informatie over de signaleringswaarde.
Vooral in het primair en voortgezet onderwijs ziet de inspectie dat schoolbesturen veel eigen vermogen ongebruikt laten. Het is belangrijk dat schoolbesturen een goed beeld geven van de cijfers in de sector, vooral omdat deze niet het verhaal achter de kale cijfers vertellen. Niet alleen naar de overheid, maar juist ook naar toezichthouders, medezeggenschapsraden, leerlingen en ouders. Zodat iedereen weet dat het bestuur het geld op de juiste manier inzet voor het onderwijs en dat het niet onnodig ongebruikt blijft.
Hoe ziet de komende periode eruit?
In de komende periode zal de inspectie samen met schoolbesturen werken aan het verbeteren van de verantwoording over de reserves van schoolbesturen. Dat gebeurt op de volgende manieren:
- De inspectie zal ieder najaar een brief sturen aan schoolbesturen die met hun reserve boven de signaleringswaarde uitkomen. In de brief zal de inspectie het bestuur verzoeken in samenspraak met de interne toezichthouder en medezeggenschapsraad na te gaan welk deel van het eigen vermogen op welke wijze aangewend kan worden voor het onderwijs.
- Vanaf verslagjaar 2020 is het voor schoolbesturen verplicht om de hoogte van hun reserves te verantwoorden in het jaarverslag. Dit gebeurt aan de hand van de signaleringswaarde. Vanaf verslagjaar 2021 is de signaleringswaarde opgenomen in het portaal XBRL.
- De bekostigingssystematiek van scholen en de communicatie daarover is soms complex. Het ministerie van OCW vereenvoudigt daarom ‘de bekostiging’ in het primair en voortgezet onderwijs en verbetert de communicatie. Daardoor worden de inkomsten voorspelbaarder, waardoor het minder noodzakelijk is om reserves aan te houden en gemakkelijker wordt om gericht geld te investeren.
- De PO-Raad en VO-raad ontwikkelen een benchmark voor besturen in het primair en voortgezet onderwijs, waarmee gegevens -waaronder de omvang van de reserve- tussen verschillende scholen vergeleken worden. Het doel hiervan is om binnen de sector meer van elkaar te leren.
- Het is zonde als het geld dat de overheid in scholen investeert ongebruikt blijft. In de komende jaren doet het ministerie van OCW daarom onderzoek naar de mogelijkheden om te handhaven als een schoolbestuur de reserves niet kan verantwoorden of deze niet met een duidelijk doel afbouwt.
Als uw schoolbestuur volgens de nieuwe signaleringswaarde mogelijk te veel eigen vermogen heeft, ontvangt uw bestuur dit najaar hierover een brief van de inspectie. In de brief staat wat de inspectie van u verwacht.
Meer weten?
Lees hier het inspectierapport en de beleidsreactie via de Kamerbrief.