Wijziging bij de lerarenbeurzen
Wijziging bij lerarenbeurzen
Het tekort aan leraren is nog steeds een groot probleem, zeker in de grote steden. Daarom is het nodig de aanpak hiervan te intensiveren, samen met schoolbesturen, lerarenopleidingen, leraren, gemeenten en andere betrokkenen. Het tegengaan van het tekort aan leraren, maar ook dat van schoolleiders en onderwijsondersteunend personeel is een maatschappelijk vraagstuk waarvoor we gezamenlijk verantwoordelijk zijn. Voor 2020 en 2021 zijn daarom afspraken gemaakt tussen de sectorraden, de vakbonden en het ministerie van OCW om meer mensen op te leiden en te behouden voor het onderwijs; ervoor te zorgen dat leraren zich verder kunnen ontwikkelen en dat startende leraren goed begeleid worden.
Eén van de afspraken is om geld vanuit de Lerarenbeurs in te zetten voor de verdere versterking van ‘Samen Opleiden’ via de opleidingsscholen. Tevens heeft de Tweede Kamer een aantal amendementen op de begroting van OCW aangenomen, waardoor er meer geld gaat naar de regionale aanpak personeelstekorten in het onderwijs en de regelingen zijinstroom en onderwijsassistenten opleiding tot leraar. De financiële dekking daarvoor heeft de Tweede Kamer gevonden in het budget voor de Lerarenbeurs. Al met al gaat het hierbij om een intensivering op de aanpak personeelstekorten in het onderwijs van 28,5 miljoen euro in 2020. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op het budget van de regeling Lerarenbeurs voor 2020, dat hierdoor wordt bijgesteld van 78 naar 49,5 miljoen euro.
Met dit budget voor de Lerarenbeurs kunnen in 2020 alle ‘herhaalaanvragen’ (aanvragen voor een tweede of derde studiejaar) gehonoreerd worden. Dat betekent dat alle leraren die nu al een lerarenbeurs krijgen hun opleiding met de beurs kunnen vervolgen of afmaken. Het budget voor de Lerarenbeurs dat vervolgens nog over is voor leraren die in 2020 willen starten met een bachelor- of masteropleiding, zal hierdoor beperkt zijn.
De info over de beperkte budget voor de lerarenbeurs is op deze pagina te vinden.