Aanpak lerarentekort

Aanpak lerarentekort

In hun brieven aan de Tweede Kamer van 16 december 2019 zijn de ministers Slob en Van Engelshoven ingegaan op de effecten van de maatregelen voor de aanpak van tekorten in het onderwijs en op de arbeidsmarktramingen voor leraren. De ministers stellen dat de huidige aanpak van de tekorten werkt, maar dat intensivering van de maatregelen nodig is om het tekort aan personeel echt het hoofd te bieden. Breed werd gedragen dat dit een verantwoordelijkheid is van alle betrokkenen in en rond het onderwijs en dat alle partijen zich daarvoor moeten inzetten. 
 
Campagne en informatieloket
Ondertussen is er de gezamenlijke campagne ‘Werken in het onderwijs. De baan van het leven’ en is er één landelijk informatieloket over de lerarenopleidingen (zie ook de berichten elders in deze nieuwsbrief). Kamerleden stelden vooral vragen over de inrichting van de lerarenopleidingen om het beroep aantrekkelijker te maken, de noodplannen in de grote steden en de effecten van maatregelen die al zijn genomen.
 
Noodplannen G5
Minister Slob benadrukte in het debat dat de tekorten zich niet alleen voordoen in de grote steden. Wel is het zo dat de tekorten aan leraren en schoolleiders momenteel in de grote steden het grootst zijn. Om die reden heeft minister Slob de G5 gevraagd om noodplannen uit te werken. Amsterdam, Rotterdam en Den Haag hebben dit met voorrang gedaan. Utrecht en Almere volgen nog. Doel is de kwaliteit, continuïteit en kansengelijkheid in het onderwijs te borgen. Inzet is ook om effectieve maatregelen te verbreden naar de rest van het land, want de tekorten lopen ook daar komende jaren op. De minister rekende voor dat het uitwerken van deze plannen en een aantal andere maatregelen ongeveer €100 miljoen kost. Het is de intentie van het kabinet dit bedrag op korte termijn te vinden.
 
Inrichting lerarenopleiding  
Ook is gesproken over de in-, door- en uitstroom van de lerarenopleidingen en de differentiatie binnen de lerarenopleiding. Het aantal deeltijders en zij-instromers neemt snel toe en stelt de opleidingen voor nieuwe uitdagingen. De opleiding en de begeleiding van zij-instromers moet beter om te bereiken dat zij-instromers succesvol de opleiding afronden en ook echt aan de slag gaan in het onderwijs. Hierover zijn met de opleidingen afspraken gemaakt. Er komt een urgentieteam om acute knelpunten in de praktijk aan te pakken. Daarnaast kwam het bevoegdhedenstelsel ter sprake en de maatregelen van de ministers om de bevoegdheden beter te laten aansluiten op de behoeften van verschillende soorten leerlingen, op doorlopende leerlijnen voor alle leerlingen, en bij de behoeften van leraren op hun eigen ontwikkelperspectief en loopbaanperspectieven. De Tweede Kamer heeft in een motie aan de minister gevraagd versneld een gespecialiseerde pabo,  gericht op het jongere en oudere kind, te creëren.
 
Commissie Onderwijsbevoegdheden
De commissie Onderwijsbevoegdheden, onder voorzitterschap van Paul Zevenbergen, onderzoekt op dit moment hoe het bevoegdhedenstelsel voor leraren beter kan worden ingericht, zodat de kwaliteit van het onderwijs verbetert en het aantrekkelijker wordt om te (blijven) werken in het onderwijs. De commissie buigt zich over nieuwe bevoegdheden voor het primair, voortgezet en speciaal onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Ook zal de commissie vorm geven aan de verschillende routes hoe een student de nieuwe bevoegdheid kan gaan halen. 

De instelling van deze commissie is een vervolg op het advies 'Ruim baan voor leraren' van de Onderwijsraad. De commissie Onderwijsbevoegdheden gaat in gesprek met alle betrokkenen en zal voor de zomervakantie een eerste beeld presenteren. Na het opleveren van het definitieve advies, zullen de bewindslieden hier ook op reageren en hun voorstellen aanbieden aan de Tweede Kamer.